ATW: Dag 21 - The Sky is the limit
“Geniet nog maar even lekker!”, werd me de laatste twee dagen diverse malen door mensen toegefluisterd. Een goed idee! Genieten in de Bay area bestaat voor mij uit lekker onderdompelen in het lokale leven. In mijn tuin van ‘mijn’ appartement bij Golden Gate Park en in de straten van de wijk Marina met koffiewinkeltjes, eettentjes, yogastudio’s, speciaalzaken, etc. Dit is het echte San Francisco! Ik parkeer de cabrio en gooi de parkeermeter vol voor 2,5 uur. Cruisen!
Wifi
In Noah’s Bagels op Chestnut street, kom ik per toeval terecht op het Wifi netwerk van naastgelegen appartementen. Ik besluit een onderzoekje te doen naar het aanbod in de buurt, want de wijk Marina is de perfecte uitvalsbasis voor een DroomBaanReis! In de Apple store ontdek ik online dat er genoeg aanbod is hier! Ik gooi een visje uit, bij een appartement in de buurt, van Shannon.
Op mijn skates zwier ik door Chrissy park, langs het strand tussen haven en Golden Gate brug. De America World Cup zeilen wordt hier volgende week gehouden. Dat moet spectaculair worden, oordelend op de voorbereidingen. Iedereen trekt dit mistvrije weekend naar buiten, zo lijkt het. Het park is vol met BBQ’s, sporters en gezinnen. Niet de minste BBQ’s. Ik kom er een tegen die net zo groot is als de Hummer die er naast staat!
DroomBaanReiziger
Time flies, want als ik na het skaten nog een Acai smoothie neem, heb ik een parkeerboete. Met plezier draag ik een steentje bij aan deze mooie stad. Ik heb een afspraak gemaakt met Shannon, die haar appartement online aanbiedt op Scott street. Het blijkt perfect geschikt te zijn voor een DroomBaanReiziger, met een tuin, een keuken, een werkkamer en een atelier. Mooi, dat is dan geregeld! Op zoek naar de eerste DroomBaanReis-klant die het avontuur wil beleven in San Francisco!!
Ik rijd de stad uit, met een zo groot mogelijke boog. Stijl omhoog, stijl omlaag over de heuvels van de stad met spectaculaire uitzichten. Ik passeer nog meer hele leuke buurten, maar besluit door te rijden. Ik wil de oceaan nog even gedag zeggen.
Zuidelijk van de stad rijd ik de Great American Highway op, langs de kust. De zee is overal druk, met surfers op de golven en gezinnen op het strand. In Pacifica doe ik een dutje en scoor ik een hamburger, voordat ik via Half Moon Bay weer terug rijd naar San Jose. Santa Cruz laat ik rechts liggen, het is te druk op de weg om dat nog even aan te tikken.
Bij Willem en Meike genieten we van de grootste barbeque-steak die je ooit hebt gezien, en van goeie familiaire gesprekken.
De volgende ochtend zet ik de wekker toch weer om 7 uur om te gaan hardlopen. Willem is ook al wakker, die gaat lekker fietsen, wat zijn andere passie is (naast l.e.d. lampen). Ik spring in mijn zwembroek in de cabrio en pak de long en winding road, die me in 3 kwartier naar Santa Cruz voert. Het is nog rustig, dat zal later anders zijn, op deze prachtige zomerzondag.
Santa Cruz
In Santa Cruz blijkt de zeemist volledig te hebben neergestreken. De slapende stad is in het grauw gehuld. ‘It’s our national airconditioning’, vertelt een local me, als ik mijn auto parkeer voor Jack O’Neil’s Surf Shop, een historische plek.
De mist trekt tijdens mijn barefoot-running over het strand gelukkig op. Maar de boardwalk - de aan de Santa Cruz boulevard gelegen kermis - is mooier dan ooit in deze schimmige mist. Ik keer bij de vuurtoren, die naast licht ook een enigszins onheilspellend geluid maakt. Maar het kan ook door de mist komen, dat het spooky klinkt.
Na mijn hardlooprondje loop ik door naar het uitkijkpunt over ‘Steamers Lane’, het stuk van de oceaan hier, met de spectaculairste golven van Santa Cruz.
Het heeft iets heftigs, omdat er allerlei namen in de muur en in bankje staan gegraveerd als in memoria. ”In loving memory to Stan McLaren, Father, Husband, Surfer.”
Ik dacht altijd dat dat surfers waren die door de golven verslonden waren, maar een voorbijganger vertelt me dat het ook mensen zijn die op andere manieren zijn overleden. ‘Stan, he got shot. And this one and this one: cancer.’ Moge zij rusten in vrede.
San Jose
Als ik terug ben ik San Jose is het pas elf uur. Tijd om nog even met nicht Marieke naar haar favoriete paarden te kijken, op de computer en te genieten van een pancake ontbijt.
Maar er is een tijd van komen en een tijd van gaan, en ik ben gelukkig dat schoonzus Meike me naar het vliegveld brengt voor de onvermijdelijke terugreis. Wat was het heerlijk om even bij hen neer te mogen strijken!
Mijn Southwest vlucht voelt als een busreis, zo soepel loopt het allemaal. Een halfuurtje van te voren op het vliegveld, incheck en verwelkomd worden door vriendelijk lachende mensen. En mijn eerst tweet verstuurd op 30.000 voet, via het Southwest Wifi! Had ik al gezegd dat ik fan van ze ben?
Op LAX (het vliegveld van Los Angeles), schuif ik übersoepel door naar de volgende terminal. Ik sta helemaal open om vol te gaan genieten van wellicht mijn laatste grote businessclass vlucht, met Air Newzealand. Ik laat me de privileges smaken: de snelle checkin, de bocht afsnijden bij de bagagecontrole en de toegang tot de lounge.
Als ik in stoel 7K van de Boeing 777 inschuif, verwelkomt de steward me. Hij kijkt bezorgd en zegt: “Mister van Zweiten, you will go through to Amsterdam, you have quite a long flight!’ Ik voel niet echt met hem mee, want voel me de prins te rijk.
Want zeg nou zelf: je gaat 10 uur in een heerlijke stoel zitten, met muziek, iets te lezen, perfect eten, wat je maar wil te drinken, je wordt met rust gelaten, sterker nog, behandeld als een prins, kan eindeloos je gedachten vorm geven en verwerken, je klapt je computer open, en laat je creativiteit de vrije loop. En als je geen zin meer hebt, druk je op een knop en wordt je stoel een bed en ga je slapen. Zzzzzzzzzz.