ATW, Dag 4: Intercontinentale zaken
De laatste dag in Tokyo kan ik niet verprutsen, dus de wekker gaat wederom op vroeg. Ondanks dat ik nog laat aan het schrijven en Skypen was, het liep tegen 3.30 u, toch weer om 8.30 eruit. Ik bleek een aantal van de tips van vriend Daan, als steward bij KLM inmiddels Tokyo kenner, nog niet te hebben opgevolgd. Op weg naar Shibuya dus, om in de drukste Starbucks van de wereld, het krankzinnigste kruispunt ter wereld te overzien. Via de metro ben je ook daar met gemak, en bovengekomen is het inderdaad een gekkenhuis. Ken je dat beeld van dat Aziatische kruispunt, waar men met honderden tegelijk in één keer oversteekt? Links, rechts, en diagonaal. Daar dus.
LinkedIN contact
Om het gewoon maar te proberen, had ik mijn nieuwe LinkedIN contact Marc, die me gisteren aangaf dat een afspraak niet uitkwam, toch nog even een mail gestuurd. Zijn kantoor, een succesvol, door hem opgericht reclamebureau, is namelijk in de buurt waar ik nu ben. Misschien had hij tijd voor een koffie? Hij mailt me terug dat koffie niks wordt, maar ik kan aanhaken bij de lunch! Leuk!
Via Google maps laat ik me soepel sturen naar het adres, maar helaas zit er blijkbaar een bug in. Ik kom tien minuten verder uit. Na wat bellen en hulp van een lokale, vind ik het. Een heel cool kantoor, waar Marc met zijn mensen o.a. Red Bull, Heineken en AE (games) als zijn klanten mag rekenen. Ik tref Marc met vriendin en daar weer een vriendin van in een restaurantje vlakbij. Superleuk om van hen, Marc woont al 11 jaar in Tokyo, ervaringen te horen. Over het verschil tussen de Jappanner en de Chinees, het feit dat de economie door het dak gaat in Japan, minister Abe een nieuw soort bubble lijkt te creëren, met als (tijdelijk?) gevolg dat de Maserati in Tokyo is, wat de VW Golf voor ons is.
Ik ben onder de indruk hoe hij dit als buitenlander dit bedrijf heeft opgezet. Misschien komt het wel door zijn open houding, waardoor hij mij als ‘vreemde’ gewoon even in zijn leven toe laat.
Merk opbouwen
Ik ben gefascineerd door Marc’s werk. Als ik hier in de straten rondkijk, zie ik tientallen wereldwijde merken in het straatbeeld. Alle grote retailers, maar ook een merk als Heineken, wat het grootste buitenlandse bier is van Japan. Zo knap om een merk te bouwen, wat echt de hele wereld over gaat. En dat soms, zoals in het geval van Red Bull en Heineken, geinitieerd door één man. Of Randstad, nog zo’n mooi voorbeeld uit Nederland. Randstad is mijn vorige werkgever, waarvoor ik zelf in Italië zat, en zij zitten ook in Japan. Volgens mij ken ik de huidige of voormalige Japanse baas, Marcel. Jammer dat het er niet van komt daar achteraan te gaan.
Natuurlijk mijmer ik ook over het internationale merk TalentFirst. Stel dat we de franchise wereldwijd zouden uitbreiden? Hoe groot moet je kunnen denken om zoiets te realiseren. Iets zegt me dat het kan, de tijd is er in steeds meer landen rijp voor. Fascinerend!
Monchi-San
Ik heb het druk, moet in een taxi springen voor mijn volgende afspraak: met Monchi, of Monchi San, zoals de Japannners er uit beleefdheid aan toevoegen. Hij is een contact van zwager Willem, die ons heeft gekoppeld. We treffen elkaar in de lobby van het Tokyo Grand Hyatt en gaan naar een laagdrempeliger barretje om kennis te maken, onder het genot van een biertje. Monchi laat zien wat hij doet: twee volstrekt verschillende businesses: een eco-friendly onderzetter en een hi-tec lichttoepassing. Ik vraag hem honderduit over alle ins en outs van zakendoen in Japan en zijn persoonlijke ervaringen. Hij vertelt dat de onderzetters de grootste business is. Een hotelketen in Japan neemt er een miljoen per maand van hem af, om in hun 500.000 Japanse hotelkamers neer te leggen. Wow. En dat is pas één klant!
Het Heineken biertje wat we drinken, wordt op een regulier viltje gepresenteerd. Ineens blijkt waarom wij samen op deze plek zitten: we beseffen dat het reguliere bierviltje 2 x zo duur is, niet eco afbreekbaar, niet tegen water kan en zwaarder is dan Monchi’s product. Ons gesprek komt ineens in een stroomversnelling als ik mezelf als zijn Europese businesspartner voorstel. Met een grote smile belooft hij een prototype te laten maken, waarmee ik in Amsterdam naar Heineken ga. We nemen er nog één, op onze gezamelijke Bright Future!
Teug naar 'huis'
Daar blijft het echter bij, want ik moet gaan. Terug naar ‘huis’, om mijn inmiddels ingepakte spullen te halen. In de mail zie ik ook een bevestiging van de Geluksprofessor in Sydney, die het leuk vind om elkaar te ontmoeten. Te gek! Een leuke, volle zaterdag voor de boeg. Mijn gastvrouw Marina vertelt dat ze op internet de DroomBaanHotel-appartementen had bekeken. Ze was onder de indruk. ‘Maar waarom slaap je bij ons, als je in je eigen hotel zoveel luxe hebt?’ vraagt ze vol onbegrip. Tja, het feit dat ik luxe appartementen verhuur, betekent niet dat ik er zelf persé in dezelfde luxe hoef te slapen. Dat voegt voor mij niet altijd evenveel toe. Ik lag prima, op mijn futon, in Marina’s Bed en Breakfast, voor € 60,- per nacht. ‘It’s different to rent out, or to rent for myself’, leg ik uit. Wat overigens niet betekent dat ik niet een keer in een heerlijk luxe hotel ga slapen. Maar niet vannacht, dan is een Boeing 767-300 van Air NewZealand mijn hotel, op weg naar Auckland, op het tweede continent van mijn reis.
Op het vliegveld lijkt dat er nog maar om te hangen, omdat ik veel te laat ben voor boarding en het benodigde visum voor Australie niet heb. Hals over kop dient dat te worden aangeschaft, waarvoor ik 100 euro moet omwisselen in cash Yen. Met een persoonlijke assistente, en met 70 euro overtollige Yen in mijn zak voor het volgende - onafwendbare - Tokyo bezoek, rennen we naar de gate, om als laatste passagier in te checken. Pfff.
Kiwi business
In het vliegtuig zit ik naast een aardige Nieuw Zeelander, die - geloof het of niet - in de Kiwi business zit. Dat wil zeggen: zijn bedrijf verkoopt 3,5 miljard stuks kiwi per jaar. Toch zegt hij: ‘We’re a marketing company’. De avond vult zich met interessante verhalen over zijn business en mooie weerspiegelingen op de mijne.
Ik start op mijn computer een gedachtenspelletje: wat nou als we ervan uitgaan dat TalentFirst een global brand is. Wat zou dan de manier zijn waarop dat tot stand is gekomen? Dat onderwerp, een paar glazen whiskey en een nasluimerende jetlag, houden me grotendeels wakker tot aan het ontbijt, waarmee we Nieuw Zeeland invliegen.